Anne Frank was een van de acht onderduikers die enkele jaren in het achterhuis aan de Prinsengracht 263 verbleef in een poging te ontkomen aan de Duitsers
die zich onder aanvoering van Adolf Hitler ten doel hadden gesteld alle Joden op te pakken en te vermoorden.
In de zomer van 1944 voltrok zich voor de bewoners een drama toen na verraad enkele Duitsers met wat Nederlandse handlangers het pand binnenvielen en de
onderduikers oppakten en naar kampen stuurden.
Het huis is onderdeel van de Anne Frank Stichting, een non-profitorganisatie die zich het uitdragen van Anne Franks levensverhaal en idealen naast het
beheer van huis als belangrijkste doelstellingen gesteld heeft. Door de publicatie van het dagboek van Anne Frank en haar levensverhaal te
belichten wil de Stichting de aandacht vestigen op de gevaren van antisemitisme, racisme en discriminatie. De Stichting ontwikkelt lesprogramma's
en rondleidingen voor scholen.
Het voorhuis was het voormalige kantoor van Otto Frank waar hij dagelijks samen met een aantal medewerkers werkte. Het achterhuis doet leeg aan, de staat
zoals de Duitsers het achterlieten is in stand gehouden, bewust is ervoor gekozen om geen namaakmeubelen te plaatsen.
Er worden korte films gedraaid aan de hand waarvan je een goed beeld krijgt van het verhaal rondom de onderduikers, ook zijn er voorwerpen te zien uit die
tijd.
Onder andere zie je de boekenkast, vanuit het raam de Westertoren zoals Anne die ook zag en hoorde, de kamer van Otto, en Edith Frank en hun dochter Margot, de
oudere zus van Anne. De kamers van Anne Frank en Fritz Pfeffer, van Peter en de keuken kun je zien. Het verhaal komt heel dichtbij als je de groeistreepjes
op de muur ziet staan van Margot en Anne.
Uiteaard zijn er veel glazen vensters met items en foto's van personen. Het dagboek van Anne ligt opengeslagen in een glazen vitrine.