Zo gek was ze niet op de boom, toch?
Laat ik gelijk zeggen wat ik van de commotie rondom 'de boom van Anne Frank' vindt: het leidt af
van waar het eigenlijk om zou moeten gaan.
Subtitel: waar zou het om moeten gaan als je het over Anne Frank hebt?
Voornaamste vraag die bij mij leeft is "wie verraadde de familie Frank?" Was het een bekende, dat moet
haast wel. Was het een werknemer van Otto Frank, lijkt me sterk. Was het een van de honderd mensen die
vanuit een van de omringende huizen op het achterhuis keek en daar onderduikers zag, zou zomaar
kunnen. Of was het die onbetrouwbare politieman?
Elders op deze site (link) ontvouw ik
een theorie. Op deze pagina beperk ik mij tot de mythe die zich aan het optrekken is rondom een
boom die dood en verdord was en straks iemand rijk gaat maken maar waar verder niemand wijzer van
wordt. En was de boom nu werkelijk zo belangrijk voor Anne of maken we dat ervan?
Anne Frank duikt in de zomer van 1942 met haar familie onder in het achterhuis, de kastanjeboom in de
tuin staat in volle bloei. Pas in de winter van 1944 schrijft Anne over de boom: "...de kale
kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden...", er volgt emotie die gevoed blijkt
door de blauwe lucht, dauwdruppels en meeuwen.
In de lente van dat jaar heeft ze het over 'onze kastanje', voor het eerst praat ze beschrijvend in
haar dagboek over de boom. Het zou ook voor het laatst zijn want weliswaar staat een paar maanden later
de boom in volle bloei en "is mooier dan ooit", maar Anne heeft op dat moment een geheel andere
gemoedstoestand. Ze zit al jaren 'vast' in het achterhuis, de ruzies met haar moeder zijn talrijker dan
ooit en ze heeft alles al zo'n beetje beschreven.
Beeldspraak
Anne kan het niet goed vinden met een aantal mensen in het huis, in tegenstelling tot haar zuster
Margot ziet ze haar moeder eerder als een vriendin waartegen ze alles moet kunnen zeggen zoals zij dat
wil, ze duldt weinig tegenspraak.
In het voorjaar van 1944 is Anne nog steeds verliefd op Peter, maar ook Margot koestert meer dan
vriendschappelijke gevoelens voor de jonge onderduiker. De vader van Anne vindt dat zij en Peter
teveel met elkaar optrekken. Anne is gek op haar vader maar heeft moeite met zijn bemoeizucht
als het aankomt op haar relatie met Peter.
Anne had volgens Otto Frank, haar vader, helemaal niets met de natuur. Haar weemoed, drang naar liefde
van Peter en de tweespalt tussen haar moeder en vader maken Anne eenzaam. Ze verlangt naar de vrijheid
van de vogels die ze vanuit het achterhuis ziet vliegen en de rust die de kastanjeboom uitstraalt.
Anne begint te breken en uit haar verdriet en verlangen op de haar eigen poëtische wijze in
haar dagboeken.
De boom kwam dus weinig ter sprake en zou ook nooit meer genoemd worden door Anne.
Was Anne onuitstaanbaar?
Komen de mooiste dingen niet tot stand als je diep in de ellende zit? Schreef Eric Clapton zijn mooiste
song niet vlak nadat zijn kind uit het raam was gevallen? Misschien wel, en toch moet je wel over wat
schrijverstalent beschikken, er komt dus meer bij kijken. Zowel Anne als Margot hadden dezelfde ervaringen terwijl Margot
daar luchtiger mee omging, nimmer de behoefte had iets aan het papier toe te vertrouwen terwijl Anne
voortdurend agressie in haar kop had die ze van haar af moest schrijven.
Anne is nooit omschreven als een lief poppetje of een kreng van een kind. Maar weten we eigenlijk wel
wie Anne was? Is het verhaal rondom Anne niet dermate geromantiseerd dat we niet
willen weten
wat voor kind het was? Doet het er ook eigenlijk wel toe? Ook ik denk dat als je zou weten dat Anne
misschien wel onuitstaanbaar was voor haar omgeving we de door haar met ons via haar dagboeken
gedeelde ervaringen in een ander perspectief zouden zien.
Anne verzint een personnage (Kitty) met wie zij haar gevoelens deelt, blijkbaar kan ze dat dus niet met
een van de aanwezigen in het achterhuis, zelfs met de zo daar haar geliefde vader, Otte Frank niet.
Anne is pas dertien als ze aan haar dagboek begint, ze woont dan nog thuis, er lijkt geen vuiltje aan de
lucht.
In haar jeugd had ze al problemen met gezag, op school werd ze diverse malen weggestuurd omdat ze
in de klas zat te praten en brutaal was tegen de leraar. De straf die ze vaak krijgt is zelfreflecterend
schrijven, een gedicht of opstel over wat ze gedaan had of over iemand die bijvoorbeeld weer eens
zat te kletsen. Ze wordt tijdens haar jeugd dus gedwongen te schrijven over een denkbeeldig persoon
waarvoor zij zelf model staat.
Anne begint aan haar dagboek drie weken voordat zij en haar familie onderduiken
Dit is van belang voor het besef dat Anne dus al voor het onderduiken iemand in haar leven mistte
aan wie zij alles kon vertellen. Anne beschrijft zichzelf in haar 'brieven aan Kitty', de vriendin
die zij nooit gehad heeft. Anne had op zich geen moeilijke jeugd maar maakte het zichzelf vaak
lastig. Die houding nam ze mee het achterhuis in maar die hield haar misschien ook wel overeind want
ze deed eigenlijk hetzelfde als vroeger, schrijven over zichzelf maar het projecteren op een
denkbeeldig persoon.
Lieve Kitty
"Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en
ik hoop dat je een goede steun voor me zult zijn."
Margot is drie jaar ouder dan Anne. Anne schrijft aan Kitty over de restricties die de Joden worden
opgelegd. Als Margot eind juni 1942 wordt opgeroepen voor een werkkamp besluit het gezin onder te
duiken in de ruimte achter het kantoor van Otto Frank, het achterhuis. Het is dan 6 juli 1942. Het
dagboek waaraan ze begonnen is gaat mee met Anne, het onderduikadres in.
In augustus 1944 wordt de familie Frank verraden en afgevoerd, alleen Otto overleeft.
Terug naar de kastanjeboom van Anne Frank
In 1993 begint de boom te lijden onder de vervuilde bodem, de gemeente springt in de bres om deze
te behouden. Dit gaat 13 jaar goed totdat er word vastgesteld dat de boom half verrot is, de eigenaar
wil van de boom af en krijgt een kapvergunning waartegen met succes door diverse instanties wordt
geageerd.
Een rechter laat zich overtuigen dat de boom nog jaren mee kan maar de hoop is hier de vader van de
illusie want de boom houdt het niet meer zonder hulpmiddelen. Er wordt een stalen constructie
aangebracht.
Het is 23 augustus 2010, het waait hard en de vrees is dat de boom dit niet aan kan, ondanks de
constructie. In de middag wordt de boom geveld. Niemand raakt gewond, niets wordt beschadigd. Direct
wordt begonnen met het afvoeren van de restanten.
Wat er op de plek van de boom terugkomt en wat er met de boom gebeurt is aan de eigenaar. De verwachting
is dat hij een stuk aan het Anne Frankhuis schenkt maar het zal mij niet verbazen als delen ervan te koop
worden aangeboden.
En waarom ook niet? De Anne Frank stichting weet als geen ander hoe je het gedachtengoed van
Anne Frank te gelden moet maken. Omdat de boodschap die uitgaat van het verhaal rond een vijftien
jarig meisje voor eeuwig groots en breed uitgedragen moet worden zal niemand daar moeite mee
hebben.
De boom leeft voort
RUCPHEN - Een inmiddels twee meter hoge afstammelingeling van de Anne Frankboom is maandagochtend geplant in de Heemtuin in Rucphen. De
paardenkastanje is geschonken door Ria en Fred Akkerman uit Sint Willebrord.
Ria kreeg een stekje van haar broer, die het op een veiling had gekocht. Vervolgens plantten Ria en haar man het stekje in hun achtertuin. Daar
groeide het in vier jaar tijd uit tot een boompje van twee meter.
Het echtpaar is 75 jaar oud en realiseerde zich dat zij niet voor eeuwig voor de boom zouden kunnen zorgen. Daarom besloten ze er een betere,
definitieve plek voor te gaan zoeken. Volgens Ria is de heemtuin een perfecte plek: "Hier komen ook kinderen om dingen te leren. Nu kunnen
ze ook leren over Anne Frank en de oorlog. Dat mag nooit vergeten worden."
Publicatie: Omroep Brabant | maandag 26 november 2012 | Auteur: Kristel van Doormaal
In Amsterdam sterft de boom
Begin 2013 bleek dat er weinig belangstelling is voor de restanten van de boom. De eigenaar probeerde grote delen te slijten aan musea in binnen- en
buitenland maar dat liep op niets uit.