Lientje (Rebekka) Brilleslijper heeft jarenlang beweerd dat Anne in haar armen was gestorven, Jannie, de zus van
Lientje, sprak dit tegen. Ook Irma Menkel had een dergelijk verhaal.
Irma woonde met haar man Ludwig in de Duitse plaats Boppard (in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts), toen er in 1935 anti-Joodse
maatregelen van kracht werden verhuisde het echtpaar naar Koblenz, haar man Ludwig en hun twee dochters (zij hadden dezelfde naam
als de zusjes Frank!) kwamen te wonen in de Rheinallee 44.
Hitler was sinds 1933 in Duitsland aan de macht, Joden kregen het steeds zwaarder, zo ook het gezin Sonnenberg Menkel, het gezin zag
geen andere weg dan te vluchten, net als veel Joden kozen zij voor het tolerantere Nederland. Direct nadat de Duitsers Nederland bezetten
stuurde de familie Sonnenberg Margot naar familie in Ecuador, de andere dochter, Anne (Anneliese) dook onder bij een zuster van Irma
in Den Haag.
Irma, haar broer en man werden in 1941 opgepakt en naar Westerbork gestuurd, in de zomer van 1942 kwamen ze in Bergen-Belsen terecht
waar haar man (15 juli 1944) en broer stierven. Irma overleefde het kamp.
Zij werd aangesteld als barak-oudste, dat wilde zij niet, maar het weigeren van een aanstelling betekende zware arbeid en weinig eten. Later bleek
dat haar oom gestudeerd had met de kamp-commandant van Bergen-Belsen die ook nog eens in hetzelfde dorp gewoond had
als Irma. Hij had haar bij zich geroepen en geïnformeerd naar haar oom, zijn oud studievriend.
Irma vroeg hem haar te helpen, het enige wat hij kon doen was haar een beter baantje geven, hoofd van de verpleegafdeling. Na de oorlog
pleegde de kamp-commandant zelfmoord, zo vertelde Irma. Echter, het moet hier om Adolf Haas zijn gegaan, want de latere
kamp-commandant, Josef Kramer, werd na de oorlog veroordeeld tot de galg.
Adolf Haas wist vlak voor de oorlog te ontkomen, althans, zo nam men aan. In 1950 werd zijn dood door een rechtbank officieel vastgesteld met
als vermoedelijke overlijdensdatum 1 mei 1945.
Tijdens haar verblijf in Bergen-Belsen leerde Irma Anne Frank kennen, zij schreef hierover:
"Een van de kinderen in de barakken waar ik kwam was Anne Frank, het was aan het einde van de oorlog. Een op de vijf kinderen in
Bergen-Belsen had tyfus, de meesten van hen stierven. Veel andere kinderen stierven van de honger. Anne sprak graag over Otto Frank en
dat hij zo'n fijne vader voor haar was.
Het was mijn taak om 's morgens te melden hoeveel kinderen er die nacht overleden waren, de lijken werden dan in een brandende
kuil gegooid. Anne Frank zei tegen mij dat ze ziek was, op een dag zag ik haar wegzakken, ze raakte in coma, ik nam Anne in mijn armen
en ze overleed".
Irma ging na de bevrijding van Bergen-Belsen op 15 april 1945 terug naar Nederland, waar zij herenigd werd met haar zuster en dochter.
Irma overleed in 1998, zij is 101 jaar geworden.