Anne wordt in september 1944 naar Auschwitz gedeporteerd en vandaar naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Ze weet dan dat haar moeder dood is, die liet
in januari 1945 het leven, van haar vader kan zij niet zeker weten of die nog in leven is, ze denkt echter van niet. Sterker nog, ze vertelt aan anderen
dat haar beide ouders zijn overleden.
Margot is ernstig ziek, die slaapt in het bovenste bed van een hoogslaper en valt daar uit, ze overleeft de val niet. Anne heeft dan niemand meer en
geeft de strijd op. Ze is ziek en zeer verzwakt door de honger. Anne overlijdt enkele dagen na Margot in Bergen-Belsen en wordt ergens op het
terrein van het kamp in een massagraf gegooid.
Haar overblijfselen zijn nooit teruggevonden, de zusjes Margot en Anne kregen wel een gedenksteen in het kamp.