Een oude vriendin ziet tot haar eigen verbazing de zusjes Frank terug in Bergen-Belsen
Het is 1940, Anne speelt met vriendinnetjes op het Merwedeplein, een daarvan is Hanneli (Hannah) Goslar. De familie Frank moet onderduiken
maar voor de familie Goslar komt dat te laat, zij worden door de Duitsers weggevoerd.
Tijdens de oorlog hoorde Anne de meest afschuwelijke dingen en vroeg zich over haar toenmalige vriendinnetje het volgende af in haar dagboek:
"En Hanneli, leeft zij nog? Wat doe zij? O God, bescherm haar en breng haar naar ons
terug. Hanneli, aan jou zie ik steeds, hoe mijn lot ook had kunnen zijn, steeds zie ik mij
in jou plaats. Waarom ben ik dan vaak nog verdrietig om wat hier gebeurd, moet ik
niet altijd blij, tevreden en gelukkig zijn, behalve als ik aan haar en haar lotgenoten denk?"
Anne had meerdere vriendjes en vriendinnetjes, je kunt stellen dat Anne 'goed' lag op school. Zij had twee 'beste' vriendinnen
en één meisje dat zij pas zeer laat waardeerde, mijn stelling is dat dit meisje model heeft gestaan voor
'Kitty' (lees meer hierover.)
Vanaf het moment dat Anne aan het Merwedeplein kwam wonen was Hanneli haar beste vriendin, er kwam een kink in de kabel toen Anne
een ander meisje opwaardeerde tot 'beste vriendin', ik bestempel dit bewust zo omdat Jacqueline niet direct gecharmeerd was van de wat
brutalere Anne, maar wat Anne wilde gebeurde.
In haar dagboek zou Anne over Hanneli zeggen dat ze spijt heeft van wat ze haar wellicht heeft aangedaan en dat Jacqueline haar toch wat
was tegengevallen:
"Jacqueline van Maarsen, telt als mijn beste vriendin, maar een echte vriendin heb ik nog nooit gehad, van Jacque dacht ik
eerst wel dat zij het zou worden, maar het is lelijk tegengevallen."
Hanneli Pick-Goslar
Hannah werd geboren in Berlijn, haar vader zat in de politiek, daar maakte Adolf Hitler abrupt een einde aan toen hij in 1933 aan de
macht kwam. Hannah
vetrok met haar ouders naar Engeland, zij was pas vijf jaar. De betrekking die haar vader daar kreeg vereiste echter dat hij ook op zaterdag moest
werken, dat druisde in tegen zijn geloof waarop hij naar Nederland vertrok, een dramatische beslissing, zo zou later blijken.
Op het Merwedeplein kwamen zij naast de familie Frank te wonen. Negen jaar lang woonden de Joodse vriendinnen naast elkaar. Haar
eerste schooldag op de kleuterschool in de Niersstraat in Amsterdam-Zuid was ook de eerste schooldag voor Anne, de jonge meisjes
ontmoetten elkaar daar voor het eerst. De hechte vriendschap die direct ontstond leidde tot een ontmoeting tussen beide families.
Na de kleuterschool gingen zij in hetzelfde gebouw samen naar de 6e Montessorischool.
Hannah weet zich te herinneren dat Anne altijd al aan het schrijven was maar over wat, nee, dat hield Anne liever voor zichzelf.
Hannah zegt ook dat Anne eigenwijs was, in tegenstelling tot haar oudere zus, Margot. Anne wist altijd alles beter.
Op zondag ging Hannah dikwijls met Otto Frank mee naar kantoor waar de meiden met elkaar speelden.
In haar dagboek schrijft Anne aldus over haar beste vriendin:
"Hanneli Goslar is een beetje eigenaardig kind, ze is meestal verlegen en thuis erg brutaal, maar bij anderen juist
bescheiden. Zij kletst alles wat je haar verteld aan haar moeder over."
Als Anne moet onderduiken weet Hannah niet beter dan dat de Franks naar Zwitserland hebben kunnen ontkomen, getuige een briefje dat wordt
gevonden. Later zou dus blijken dat alles geheel anders is gelopen.
In 1943 worden Hannah, haar zusje Gabi, haar vader en haar grootouders opgepakt en direct naar Westerbork gestuurd. Alleen Hannah en Gabi
zouden de oorlog overleven. Haar moeder was al tijdens de oorlog overleden toen zij een miskraam kreeg.
In Bergen-Belsen arriveren Anne en Margot, hun moeder is dan al overleden en Otto is achtergebleven in Auschwitz. Hannah raakt in gesprek
met mevrouw Van Pels die eveneens in Bergen-Belsen zit, zij zegt dat Anne er ook is, Hannah is verbaasd want die weet niet beter dan dat
de familie Frank naar Zwitserland had weten te vluchten.
Anne komt aan het hek en vertelt honderduit, maar ook dat haar ouders dood zijn. Anne had honger en Margot was ernstig ziek. Hannah
probeerde haar wat te eten te geven, dat werd door andere vrouwen in de barak van Anne afgepakt. Een tweede poging was meer
succesvol. Na die ontmoeting, in het pikkedonker, hebben de twee vriendinnen elkaar nooit meer gesproken.
Dat 'Lies' de mogelijke verraadster van de onderduikers aan de Prinsengracht kan zijn geweest acht ik uitgesloten omdat mevrouw Goslar
in juni 1943 werd gearresteerd en met haar gehele familie direct gedeporteerd naar Westerbork, in februari 1944 wordt de familie
Goslar naar Bergen-Belsen overgebracht terwijl Anne begin augustus 1944 werd verraden, opgepakt en op transport gesteld naar
Auschwitz om later door de nazi's ook in Bergen-Belsen te worden ondergebracht.
1945, bijna lente
In 1945 zitten Anne, Margot, Jannie Brilleslijper, mevrouw Van Pels, Lientje Brilleslijper en Hannah in barakken van concentratiekamp
Bergen-Belsen die naast elkaar staan. Nadat moeder Frank in januari reeds in Auschwitz is overleden hopen de twee zusjes op betere
tijden want slechter dan ze het in Polen hadden kan haast niet. Ze menen zeker te weten dat hun vader ook dood is.
Hannah zag Anne niet direct maar hoorde Nederlands praten, er zaten zo'n veertig Nederlandse vrouwen. Contact was verboden en Duitse
soldaten bewaakten vanuit wachttorens de omheiningen. Op een avond gaat Hannah naar het hek en zoekt contact met de vrouwen die zij
gehoord heeft, mevrouw Van Pels (een van de acht onderduikers) reageert en zegt dat Anne er ook is.
Anne komt vervolgens zelf, Hannah en Anne huilen samen. Margot is te zwak om te komen en zou vrij snel overlijden na een val
uit haar bed.
Het lukte Hannah en Anne driemaal met elkaar te praten. Anne is steeds zeer verdrietig door het vermeende verlies van haar beide ouders
en verzwakt door ondervoeding en kou.
Hannah verzamelt wat kleding en koekjes voor Anne, de eerste keer lukt het Anne niet om het in handen te krijgen, andere vrouwen pakten
het van haar af maar toen het wel lukte was dat gelijk de laatste keer dat Hannah Anne nog zag. De zusjes Jannie en Lientje
Brilleslijper spraken haar daarna nog wel en hielpen haar naar eigen zeggen.
De zusjes werkten als verpleegsters in het kamp maar dat hield niet veel in, ze wasten de barakbewoners en konden af en toe wat medicijnen
halen in de apotheek. Margot was zo verzwakt dat zij uit haar bed viel en overleed. De volgende dag, aldus de zusjes Brilleslijper, overleed
ook Anne Frank. Meer het kan ook dat Anne nog vier dagen leefde.
Hannah zei later dat als Anne geweten had dat haar vader nog leefde zij niet gestorven zou zijn. De laatste keer dat Hannah Anne
sprak was enkele weken voordat zij overleed. Lientje en Jannie spraken haar dus nog wel vlak voor haar dood. Enkele dagen later lagen de lijken
van onder andere Anne en Margot achter de barak waar zijn gevangen werden gehouden. Later werden zij in een massagraf gegooid.
Jannie en Lientje (Rebekka) Brilleslijper overleefden de oorlog, Janny overleed op 15 augustus 2003, Lientje op 31 augustus 1988. Lientje
heeft altijd beweerd dat Anne in haar armen was gestorven, iets wat niet klopt en door haar zus Jannie ook is tegengesproken. Als Lin
Jaldati trad Lientje later op als vertolkster van het Jiddische lied.
Hannah overleeft
Anne en Margot zijn reeds een maand overleden als Hannah op 11 april 1945 samen met haar zusje naar een ander kamp moet, zonder
ook maar iets mee te mogen nemen. Ze overleefde de barre tocht en komt op 1 juli 1945 aan in Nederland als Otto al terug is. Hannah
vertelt dat zijn vrouw en dochters niet meer terug zullen komen, de precieze datum te weten zou interessant zijn omdat Otto op 1
augustus nog een oproep plaatste in een krant of iemand iets wist over zijn dochters.
Zijn intentie was waarschijnlijk om iets te weten te komen over hun laatste dagen en niet zozeer of ze nog in leven waren. Hannah woont al sinds
1947 in een buitenwijk van Jeruzalem, zij heeft drie kinderen, elf kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Over Hannah Pick-Goslar schreef
Alison Leslie Gold een boek onder de titel 'Anne Frank, mijn beste vriendin'. Anne noemde Hannah 'Lies' in haar dagboek.
Weetje
Hannah en Anne kregen les van Jaap Meijer, de vader van de Ischa Meijer. In juni 1943 werd de gehele familie Meijer door de Duitsers opgepakt
en op transport gesteld naar Westerbork. In februari 1944 moesten zij naar Bergen-Belsen. Twee maanden daarna vertrokken zij met een van
de zogenaamde dodentreinen, waarin honderden doden vielen. De familie Meijer werd zeer ziek, maar overleefden de barre tocht wel.
Hannah overleden
Op vrijdag 28 oktober 2022 is Hannah Pick-Goslar te Jerusalem overleden, zij is 93 jaar geworden.
Jacqueline van Maarsen
Jarenlang was Hannah dus de beste vriendin van Anne, maar plots neemt de belangstelling af en ontmoet Anne Jacqueline waarmee ze
naar huis fietst. Jacqueline
is bijna het tegenovergestelde van Anne, misschien dat het daarom wel klikte. Pas in 1941 bloeit de vriendschap op als ze elkaar op het Joods Lyceum
leren kennen.
Alleen de vader van Jacqueline is Joods, haar Franse moeder is Katholiek maar nam het Joodse geloof aan toen ze met haar man trouwde
waardoor Jacqueline Joodse is. De achtergrond van de moeder van Jacqueline brengt uitkomst als ze ingeschreven moeten worden in de
Joodse Gemeente en daarna voor hen snel ook het noodlot toe zou kunnen slaan. Ze ontkomen aan deportatie door zich als gemengd
huwelijk in te laten schrijven waardoor de twee zussen ook niet meer te boek staan als Joods.
Later zou Jacqueline over Anne zeggen dat ze een enorme regelaarster was, alles moest gaan zoals zij het wilde, zo ook dus de 'beste'
vriendschap tussen de twee meiden, een vriendschap die in feite slechts een jaar heeft bestaan.
Jacqueline schreef over die periode enkele boeken en was aanwezig toen er ter ere van Miep Gies in 2013 een Miep
Giesplantsoen werd onthuld in de Hunzestraat, tegenover de voormalige woning van de familie Gies.