De tweede vrouw van Otto Frank
Tot mijn bezoek aan het huis waar Anne Frank woonde in de Rivierenbuurt (Merwedeplein 37) speelde Elfriede Geiringer voor mij een onbelangrijke rol in
mijn zoektocht naar meer duidelijkheid omtrent Otto Frank en het verraad van de acht onderduikers. Op zich is hier niet veel in veranderd want Elfriede behoort
niet tot een van de verdachten, maar het werd toch eens tijd om wat over deze vrouw te schrijven.
Al was het maar om wellicht iets meer over Otto te weten te komen.
Elfriede Markovits
Toch vreemd, in Nederland is niet veel over haar te vinden, tegelijkertijd is dat misschien ook wel weer niet zo gek want laten we eerlijk zijn, over Otto Frank
is ook weinig persoonlijks bekend. Was Elfriede nu wel of niet een oude vriendin van Edith uit Frankfurt, de eerste vrouw van Otto? Hij trouwde na de oorlog
met Elfriede, zijn vroegere buurvrouw.
Elfriede wordt op 13 februari 1905 geboren in Wenen, Oostenrijk. Haar ouders zijn Rudolf en Helen Markovits. Kent Elfriede de eerste vrouw van Otto, Edith,
uit Frankfurt? Lijkt mij niet want Edith heeft nooit in Wenen gewoond en Elfriede nooit in Frankfurt. De vraag doemt echter op, hoe kenden deze families
elkaar? Of was het louter toeval dat ze tegenover elkaar woonden in Amsterdam Zuid?
Elfriede kwam uit een middelklas Joods gezin dat volledig geintegreerd was in de Oostenrijkse samenleving. Alleen tijdens bijzondere gelegenheden ging het gezin
naar de kerk, net als de familie Frank in Frankfurt. Op 18-jarige leeftijd trouwde Elfriede met Erich Geiringer, een succesvol schoenfabrikant die ook aan het
buitenland leverde. Erich en Elfriede kregen een zoon (Heinz Felix) en een dochter (Eva.)
Amsterdam
In sommige informatie staat dat het gezin door de repressie in Duitsland naar Nederland vluchtte maar dat was pas in 1940, daarvoor woonden zij in Brussel.
Merkwaardig is dat her en der vermeld staat dat dat Antwerpen was maar dat klopt dus evenmin. Toen op 12 maart 1938 de Duitsers Oostenrijk annexeerden wilde het
gezin zo snel mogelijk het land uit, dat werd België.
Erich werkte echter in Nederland (Brabant, daar had hij samen met een bijna failliete ondernemer diens schoenenfabriek voortgezet) en Erich woonde daar ook, in
de weekenden zocht hij zijn gezin op in Brussel dat in een pension verbleef. Toen eind 1939 ook daar het leefklimaat voor Joden verslechterde wilden zij allen
naar Amsterdam, omdat niet alle papieren in orde waren werd het gezin pas in februari 1940 herenigd, vlak voor het uitbreken van de oorlog.
De Geiringers en de Franks werden overburen als tegenover nummer 37 op nummer 46 aan het Merwedeplein de familie Geiringer haar intrek neemt. Eva zou later
verklaren dat ze vaak bij Anne thuis kwam en dat ze Otto altijd erg vriendelijk vond.
Onderduik
Op 5 juli 1942 werd Margot opgeroepen om in Duitsland te gaan werken, met dezelfde post werd een soortgelijke brief bezorgd bij
de overburen, of zoon Heinz zich maar wilde melden. De Franks waren al enkele weken bezig met hun onderduik, het moment zelf kwam door de oproep voor
Margot wat vroeger en dus exact gelijk met die van de Geiringers, ze duiken op dezelfde dag onder, maar niet op dezelfde plek.
Elfriede en haar gezin gaan naar Soestdijk, ze duiken onder bij een hospita. Vrijwel direct besluiten
ze dat Elfriede en Eva beter terug kunnen gaan naar Amsterdam om daar onder te duiken op steeds wisselende adressen. De reden van de scheiding is duidelijk,
Elfriede lijkt in tegenstellng tot haar man en zoon totaal niet op een Joodse, Eva evenmin. De kans dat ze bij ontdekking een grotere kans op overleven hebben
is groter, zo redeneerde het gezin.
Hier is toch wel een punt te maken, het huis in Soestdijk is weliswaar een inwoonadres, maar ze lopen er nauwelijks risico, door terug naar Amsterdam te gaan
neemt Elfriede een groot risico. En dat blijkt ook als op een gegeven moment het adres waar zij dan verblijft zeer nadrukkelijk in beeld komt bij de SD waarop
moeder en dochter via een kennis uit het verzet onderdak vinden bij een kennis. Maar ook Erich en Heinz raken in de moeilijkheden
als hun hospita steeds meer kostgeld eist en op een gegeven moment zelfs een grote som geld ineens verlangt.
Voor hen wordt in de Kerkstraat een nieuw onderduikadres geregeld, hierdoor kunnen de vier elkaar ook wat vaker zien. Een hulpje van de kennis die
het adres voor Erich en Heinz geregeld had volgde na een van de bezoeken van Elfriede en Eva aan hun man en broer de vrouwen en verraadde op 11 mei 1944
(ook nog eens de vijftiende verjaardag van Eva) de gehele familie aan de SD. Eenmaal op het politiebureau komt het verscheurde gezin tot de ontdekking dat
ze door het verraad herenigd zijn.
Je kunt je afvragen of de vier niet beter in Soestdijk hadden kunnen blijven of daar een ander adres hadden moeten zoeken.
Op transport
Alle vier de gezinsleden Geiringer gaan op 17 mei 1944 op transport naar Westerbork, dat blijkt niet hun eindstation te zijn, twee dagen later worden ze in een
trein gedouwd, op weg naar Auschwitz. Als ze daar aankomen en uitstappen worden de mannen van de vrouwen gescheiden, ze zouden elkaar nooit meer terugzien.
De vrouwen overleefden de oorlog, de mannen niet.
Op 3 juni 1945 kwamen moeder Geiringer, haar dochter en Otto Frank aan in Amsterdam. Eva en Elfriede konden niet direct terug naar hun woning aan het
Merwedeplein, zij woonden kort elders. Otto zijn woning werd inmiddels bewoond door anderen. De huisbaas
van Elfriede had hun woning aan nummer 46 weliswaar aan iemand anders verhuurd maar die zegde hij de huur op om Elfriede en Eva er terug te laten keren.
Alle spullen stonden er nog precies zoals op 6 juli 1942, het betrof immers ook een gemeubileerde woning.
Omtrent de andere familieleden wisten Otto en Elfriede niets. Volgens mij klopt dat niet, het is zeker dat Otto toen al wist dat zijn vrouw in januari was
overleden, over zijn dochters hoorde hij in juli 1945 pas iets. Vrij snel na terugkomst stond Otto bij Elfriede en Eva op de stoep om te informeren of zij al iets
wisten over Erich en Heinz of dat ze iets gehoord hadden over zijn dochters.
Erich en Heinz moesten eind januari 1945 van de nazi's een zeven dagen durende dodenmars lopen naar Mauthausen omdat de Russen op weg waren naar Auschwitz om
het kamp te bevrijden. Moeder en dochter bleven achter en kwamen vrij, de Russiche ontzettingsactie kwam voor vader en zoon Geiringer dus te laat. Erich
overleed tijdens de mars op 31 januari 1945, Heinz kwam wel aan in Mauthausen maar overleed aldaar op 10 mei 1945. Deze datum is vreemd. Zelfs Nederland was
toen al bevrijd. Een ander overlijdensmoment dat logischer lijkt is 10 april 1945. Uitputting zou de voornaamste oorzaak zijn.
De naam van Heinz Geiringer staat op een plaquette in Het Montessori Lyceum te Amsterdam.
Weetje
Er is een tweede Erich Geiringer, een in 1917 eveneens in Wenen (net als bovenstaande Erich) geboren Jood die door de Duitsers gevangen werd gezet, hij wist
te ontsnappen, via België naar Groot-Brittanië. Hij studeerde daar en emigreerde na de oorlog naar Nieuw-Zeeland waar hij een gerespecteerd onderzoeker
werd. Hij overleed in Wellington op 25 augustus 1995.
Hij is geen familie.
Eva herkent Otto, of ligt dit anders?
27 januari 1945. Auschwitz is ontzet door de Russen, onder andere Elfriede en Eva gaan met de trein van het kamp naar Odessa, daar zal worden uitgezocht wie
wie is en waar ze thuis horen. Het is dan maart, de oorlog zal in midden Nederland nog twee maanden duren. Er zijn verschillende versies van wanneer de
twee elkaar ontmoet hebben en de vonk tussen de aanstaanden is overgeslagen.
Ziekenboeg Auschwitz
De Russen kwamen het kamp binnen, de vrouwen gaan naarstig op zoek naar hun mannen, voor bijna iedereen is dit vergeefs omdat de mannen de dodenmarsen
moesten lopen naar Mauthausen. Otto ligt echter in de ziekenboeg. Eva en Elfriede lopen van het vrouwenkamp een paar kilometer naar de mannen-afdelingen
waar ze ook de ziekenboeg bezoeken.
Daar zou Eva Otto hebben herkend als de vader van haar vriendinnetje Anne aan het Merwedeplein.
Trein naar Odessa
Dit lijkt niet aannemelijk omdat vrouwen en kinderen gescheiden waren van de mannen. De treinreis ging van het kamp naar Odessa.
Odessa
Daar verbleven de meesten enkele weken. Eva zou Otto herkend hebben, denkbaar is dat toen eenmaal uitgezocht was dat zowel Elfriede als Otto
naar Amsterdam moesten zij elkaar hier voor het eerst gezien hebben.
Boot
De terugreis naar Amsterdam na de bevrijding ging per boot, wellicht hebben de twee elkaar toen voor het eerst weer gezien, maar erg waarschijnlijk is
dit niet, wel zullen ze op de boot veel in elkaars bijzijn zijn geweest.
Marseille
De boot komt aan in Zuid-Frankrijk, dit kon niet anders omdat Noord-Europa nog niet bevrijd was. Vanuit Marseille zouden de overlevenden over Europa uitwaaieren.
Hier verblijft iedereen enige tijd.
De beste vriendin van Anne over Eva
Vanaf het moment dat Anne aan het Merwedeplein kwam wonen was Hanneli Goslar (Lies in het dagboek) haar beste vriendin, er kwam een kink
in de kabel waarop Anne een ander meisje (Jacqueline van Maarsen, Jopie in het boek) opwaardeerde tot 'beste vriendin', ik bestempel dit
bewust zo omdat Jacqueline niet direct gecharmeerd was van de wat brutalere Anne maar wat Anne wilde gebeurde.
In haar dagboek zou Anne over Hanneli zeggen dat ze spijt heeft van wat ze haar wellicht heeft aangedaan en dat Jacqueline haar toch wat
was tegengevallen.
Jacqueline schrijft enkele boeken over haar vriendschap met Anne, onder andere zegt zei over Eva dat zij (Jacqueline dus) zich ten onrechte
presenteert als goede vriendin van Anne. Tijdens verschillende prresentaties waar Eva aanwezig is wordt zij telkens geintroduceerd als
'de vriendin van Anne Frank'.
Ook wordt vaak gezegd dat Heinz, de broer van Eva, een vriend van margot Frank was en dat ze vaak samen huiswerk maakten, ook dat
is volgens Jacqueline onzin. Desgevraagd verklaart Jetteke, de beste vriendin van Margot, dat Heinz niet bij hun in de klas zat en dat het samen
maken van huiswerk totaal niet mogelijk was.
Miep Gies onderschreef dat Jacqueline de beste vriendin van Anne was en dat zij Eva zelden ontmoet heeft. Des te vreemder is het dan dat
Otto meermaals, onder andere in 1959 en in 1975, verklaarde dat hij Eva goed kende omdat ze samen speelde met zijn dochter.
Conclusie
Helaas, ondanks dat Eva nog leeft heeft zij nimmer 100% duidelijkheid gegeven of haar moeder en stiefvader elkaar al kenden voor de oorlog. Ik meen uit sommige
bronnen op te maken van wel en vind dat ook zeer aannemelijk, maar hard maken kan ik het niet. Evenmin als dat ik op basis van een Engels document heb kunnen
reconstrueren dat de eerste na-oorlogse ontmoeting plaats heeft gevonden in een ziekenbarak van Auschwitz.
In beelden die ik gezien heb van de bevrijding van Auschwitz door de Russen was op te maken dat er naast vreugde ook hysterie heerstte. Waar is mijn broer,
mijn zus, mijn vader, mijn moeder? En meer van dat soort wanhopige, maar terechte vragen.
Het wordt niemand lastig gemaakt, ze kunnen gaan en staan waar ze willen. Als het einde van de oorlog nadert kunnen zij terug naar huis, op de boot zullen de
drie zeker nog contact hebben gehad. Eenmaal in Marseille breekt de chaos los, maar ze kunnen terug naar Amsterdam. Otto heeft als Duitser meer moeite moeten doen,
Elfriede veel minder, maar ze komen terug.
Terug in Amsterdam
Niet lang na aankomst in Amsterdam staat Otto op de stoep bij de dames, eerst op het tijdelijke adres, later aan het Merwedeplein, op zich is dat opmerkelijk,
Otto zou daar niet veel later minstens een keer nogmaals verschijnen. Hij informeert naar zijn dochters. Eva zou later verklaren dat in die weken na terugkomst
in de Rivierenbuurt Otto, ondanks zijn eigen verdriet, veel troostende woorden voor haar had. Dus waren er meerdere bezoeken.
Lang is veronderstelt dat de twee families voor de oorlog niet bij elkaar over de vloer kwamen aan het Merwedeplein of elkaar zelfs niet kenden. Dat klopt
vrijwel zeker niet. Anne en Eva speelden vaak samen en Eva heeft na de oorlog ook verklaard dat zij wel degelijk bij de familie Frank thuis kwamen. Iets
wat ik overigens ook uit een andere zeer betrouwbare bron, die ik hier niet kan noemen, heb vernomen.
Het feit dat Edith en Elfriede mogelijk kennissen waren maakt het ook erg onaannemelijk dat zij elkaar aan het Merwedeplein nooit zagen. Maar hier blijft een
raadsel hangen, kenden Edith en Elfriede elkaar echt al voor de oorlog of was het juist Otto die zijn toekomstige vrouw al kende uit Wenen? Erich, de man van
Elfriede was een zeer knappe man, daar vertelt Eva ook over in haar boek, in de biografie van Otto Frank (Carol Ann Lee) staat dat Erich wel eens vreemd was
gegaan en dat Elfriede hem dat wel vergeven had, maar het niet vergeten kon.
Uit verschillende bronnen blijkt dat Eva Otto aan haar moeder voorstelde, je moet erbij zijn geweest om de situatie goed in te kunnen schatten, voerden de
twee een toneelstukje op voor Eva door te doen alsof ze elkaar niet kenden of was dit werkelijk een eerste ontmoeting?
Of de ziekenboeg, een treinstation halverwege Auschwitz en Odessa of deze Russiche havenplaats zelf of de boot richting Marseille de plaats van handeling
is geweest, wie zal het zeggen? Zeker is dat de twee elkaar voordat ze in Amsterdam terugkwamen ergens troffen en later in Amsterdam snel al meer dan eens
zagen. Op welk moment de vonk is overgeslagen doet er weinig toe.
Huwelijk
Elfriede en Otto trouwden in november 1953 in Bazel en gingen daar wonen. In Amsterdam richtten ze de Anne Frank Stichting op, eerste doel was om het huis te
behouden, de gemeente Amsterdam wilde het pand laten slopen. In 1960 opende het museum haar deuren. Niet veel later, in 1963, zette Otto Frank samen met
Elfriede het Anne Frank Fonds in Bazel op dat de auteursrechten verwierf van het dagboek. Het eigendomsrecht van het boek zelf berust overigens bij de Staat
der Nederlanden die het boek in bruikleen heeft gegeven aan het Anne Frank Huis.
Overeenkomsten tussen Eva en Anne
Anne Frank en Eva Geiringer kenden elkaar, maar werden pas familie na Anne's dood toen Otto Frank de moeder van Eva trouwde. Er zijn veel overeenkomsten
tussen de beide meisjes, naast dat zij praktisch even oud waren. Voor de oorlog wonen de meisjes aan hetzelfde plein en zitten op dezelfde school. Een van
de beste vriendinnetjes van Anne en Margot, Sanne Ledermann, ging ook erg goed om met Eva.
Eva had net als Anne een brede interesse hoewel Eva wel vond dat Anne volwassener was dan zijzelf. Anne was reeds op vroege leeftijd geinteresseerd in
jongens, Eva had dat minder maar zij was wel stapelgek op haar broer Heinz, meer dan op haar vriendinnen. Beide meiden adoreerden hun vader, zowel Erich
als Otto waren zelf snel gecharmeerd van jongere vrouwen.
Met hun moeders hadden de meisjes minder, dit behoeft wel een nuance. Anne had altijd al moeite met haar moeder, zij vond dat Anne te rebels en brutaal
was, Anne voelde zich vaak niet begrepen door haar moeder die Margot altijd voortrok. Voor Eva lag dat anders, die kwam uit een gelukkig gezin en kreeg
pas moeite met de wegglippende aandacht van haar moeder toen die al eenmaal met Ottto getrouwd was en beiden volledig opgingen in hun werk voor de Anne
Frank Stichting en het Anne Frank Fonds.
Op 5 juni 1942 werden beide gezinnen opgeschrikt door een brief dat een van de gezinsleden zich moest melden voor 'arbeitseinsatz' in Duitsland, in de
aanloop naar die datum hadden beide vaders al wekenlang voorbereidingen getroffen om onder te duiken. In Auschwitz werden de meisjes herenigd, via Westerbork
kwamen alle gezinsleden daar samen totdat ze uit elkaar werden gehaald en Anne en Margot in Bergen-Belsen stierven.
Eva en haar moeder bleven net als Otto en Edith in Auschwitz. Otto verloor zijn vrouw en dochters, de moeder van Eva haar vader en broer.
Elfriede gaf het laatste zetje tot publicatie
Otto was terughoudend in het publiceren van het dagboek van zijn dochter, elders lees je hier meer over, maar vast staat dat Elfriede vond dat alles gepubliceerd
moest worden, dus ook de intiemere delen waar Anne over schreef zoals de verhouding met haar moeder en enkele seksueel getinte passages en
dat het huwelijk tussen haar ouders meer een verstandshuwelijk was en dat zij, Anne, daar wel begrip voor had.
Toch zou het nog lang duren want Otto en Elfriede kwamen tot een compromis, pas na bun beider dood zou de rest worden uitgegeven. Pas twintig jaar na de
dood van Otto verscheen er dus een complete versie van het dagboek van Anne Frank.
Na de oorlog zouden Elfriede en Otto zich volledig wijden aan het uitdragen van de boodschap tegen racisme. Duizenden brieven beantwoordden zij, dit werk zette
Elfriede nog jaren voort nadat Otto was overleden.
Otto overleed in 1980, Elfriede, 'Fritzi', zette zijn levenstaak via de Anne Frank Educational Trust voort en ging bij haar dochter Eva in Londen wonen die
thans beheerder van de trust is. Op 1 oktober 1998 overleed Elfriede in het bijzijn van haar dochter die nog altijd in Londen woonachtig is.